- Nieuws
- Welkom
- Het Woud
-
Ambachten
- Alchemist
- Ambachtelijk St. Thomas Gilde >
- Bandweven >
- Bier brouwen
- Bode >
- Bontwerker >
- Boog maken
- Borduurwerk >
- Bourrelet maken
- Breien >
- Couvre-chef maken
- Drievingerwant
- Geneeskruiden
- Hoeden maken >
- Hout bewerken >
- Juwelier >
- Kaartweven
- Koperslager >
- Lantaarnmaker
- Leerwerk >
- losse mouwen
- Maliënmaker
- Mandenmaker
- Marktkooplui
- Muurschilder
- Ondergoed
- Pottenbakker >
- Riemensnijder
- Schilder
- Schoenmaker >
- Schrijver
- Tekenaar met zilverstift
- Tenten maken
- Torenblazer
- Trippenmaker
- Tuigenmaker >
- Wapensmid >
- Weven
- Wol verven
- Ark van Noach
-
Erfgoedbreed
- Aaltense Goor
- Achterhoekse vlag
- Buitenmuseum Lochem
- Cruydthof Ammersoyen
- Emilie und Hans Stratmans Stiftung
- Ere wie ere toekomt
- Heggenvlechters
- Heroïsche heilige
- Icoonlandschap 4
- Klooster Sibculo
- Kracht van kronieken
- Kroonluchter top 100
- Kruidentuin Stein
- Middeleeuwen in scherven
- Nijenbeek kasteelruïne
- Paradijstuin
- Roots of the Queen
- Stad Staverden
- Stichtse Landbrief
- De Hoge Berg, Texel
- De rode ridder
- De eenhoorn achterna
- Wapenkamer Ammersoyen
- Wapentableau
- Erepodium Maelwael
- Evenementenarchief
- Gouda 750 jaar Stad
- Getijdenboek
- Hertog Willem
- Historie van Gelre
-
Maelwael Lymborch
- Atelier actief
- Beeldtaal
- Crécy 1346
- Cryptisch schrift >
- Driekoningen
- Gebarentaal
- Gebr.van Lymborch
- Grassi's schetsboek
- Gulzigheid
- Handschoenen
- Hernoemd tot Van Lymborch
- Kindermoord
- Koudste maand
- Maand van Mars
- 1 Mei - lenterit
- Muzikaal onthaal
- Nieuwjaarsdag
- Nijmegen ca. 1400
- Paard en mens
- Pelgrimskruik
- Profiel-portretten
- Sergent d'armes.
- sprekende kleuren
- Steenbok
- toernooischild
- Valkenjacht vlnr
- Veelzijdige paarden
- Wanten
-
Maria van Gelre
- Jaarboek Kostuum 2019
- Biografie Marie d'Harcourt
- Ceintuur geborduurd
- Bruidsschat op de pof
- Eelt op je knieën
- Eerste Kerstdag
- Engelen bij Maria
- Gebedenboek Maria van Gelre
- Hand van de meester
- Hermelijn
- Hofmakerij in Gelre
- Hortus conclusus
- Houppelande
- Houppelande ontleed
- Imitatio Mariae
- Mariabeeld Renkum >
- Maria van Gelre on tour >
- Maria van Gelre's ceintuur
- Maria van Gelre's kerkschat
- Maria van Gelre's gordel
- Onder de loep nemen
- Paard en tuig
- Parel symboliek
- Pluim op je hoed
- Reinald IV
- Renkums borduursel
- Riem onder het hart
- Rozet van parels
- Ten voeten uit
- Viking roots
- Zo blank als sneeuw
- Media
-
Onderzoek
- bellenville ook gelders
- Charles d'Orléans >
- DNA & eiwit research
- DNA / eiwit research 2
- Donor onbekend
- Elburg ideaalstad
- Festina lente
- Gouden zegel Karel IV
- Handgebaar
- Het Middeleeuwse Banket
- honi soit qui mal y pense
- In amazonezit
- Kroniek van Froissart
- Laudate
- Maria van Brabant
- Meisje met de parel
- Herder met hoorn
- Midwinterhoorn
- Sint Nicolaas
- Stekeligheden
- Vlindermadonna van dichtbij
- Vorstelijke bontmuts
- Vroom keramiek
- Wat een kers niet vermag
- Personages
- Projecten 2005-22
-
Publicaties
- Catalogus 'Ik, Maria van Gelre'
- Edelman Bedelman
- De gebroeders Van Limburg
- Guillaume Machaut
- Grondleggers schilderkunst
- De hand van de meester
- Jaarboek 2023
- Jaarboek Gelre CXI
- Kastelen in Gelderland
- Maelwael Van Lymborch
- The making of... Magazine 600
- Maria van Gelre 1380-1429
- Middeleeuws koken >
- Negen Besten
- Op reis en aan tafel met Katherina van Kleef 1417
- Stoute schoenen
- Het verleden op je bord
- Het Woud der Verwachting
- Ridders van Gelre >
- Symbolen van Gelre
- Valkenjacht
- Voor het noenmaal..
- Donateur worden
- Contact
- Nieuwsbrief
Gelders vlagvertoon
De Gelderse vlag gebaseerd op het wapen van de provincie Gelderland
Jacobus Trijsburg / eerder gepubliceerd in Gelders Erfgoed 1995-3 / nu bijgewerkt incl. afbn.
Geschiedenis van de Gelderse vlag
De geschiedenis van de Gelderse vlag begint in 1913 als T. van der Laars, docent heraldiek aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid te Amsterdam, in zijn boek Wapens, vlaggen en zegels van Nederland een blauw-geel-zwarte vlag als provinciale vlag voor Gelderland bepleit op grond van de kleuren van het wapen. Door als tweede optie een geel-blauwe vlag te noemen, lijkt hij de juistheid van zijn keuze te betwijfelen. De geschiedenis eindigt op 13 april 1953, als Provinciale Staten van Gelderland de vlag officieel vaststellen: drie liggende banen van gelijke hoogte, te weten van boven naar beneden: blauw, geel en zwart. Dan zijn we 40 jaar verder en heel wat ervaringen rijker. Hoe dat zit, zal verderop uit de doeken worden gedaan... Van slagveld tot toernooiveld
Maar de vlag kan nog rijkere lading dekken als we terug gaan in de geschiedenis, waar we banieren, vanen en wimpels tegenkomen. Een eerste vluchtige verkenning van slagveld en toernooiveld waar de landsheer met bannerheren, vazallen en ridders eer en roem kon vergaren, levert al iets op, hoeveel meer als minutieus archiefonderzoek wordt gepleegd! |
Tijdens de Slag bij Woeringen in 1288 streed Reinald I, graaf van Gelre, onder eigen banier. Dat vertoonde evenals zijn wapenschild: in azuur (blauw) een leeuw van goud, genageld van keel (rood), vergezeld van blokjes van goud. Verschillende medestanders voerden eigen banieren met zich mee, onder anderen de heren Diederik van Meurs, Frederik van Baer (van Rheden), Gerard van Batenburg, Gossuin van Born en Diederik van Keppel.
|
De dappere banierdrager
Tijdens de Slag bij Straelen in 1468 hield de dodelijk getroffen heer Thijs van Eyll, banierdrager van de Gelderse hertog Adolf van Egmond, zich nog een kwartier lang staande, de banier in zijn hand geklemd, tot hij er dood bij neerviel. De wimpels en banieren, achtergelaten door de in paniek gevluchte vijand, bracht men later als trofee over naar de kerk van Venlo. Gerard Nijsten verhaalt hiervan in zijn dissertatie over Het Hof van Gelre. Herman & Willem Maelwael: vlagvertoon Hij vermeldt ook trompetwimpels, vervaardigd door de Nijmegenaar Herman Maelwael voor een toernooi in Kreuznach in 1390. Bovendien 113 wimpels en schilden om daarmee behalve de paarden ook de herberg waar hertog Willem verblijven zou, op te tuigen. Voor het beleg van Schönforst maakte Willem Maelwael in 1396 banieren en wimpels van zijde, gouddraad en bladgoud. Voor het beleg van Buren werden 107 vierkante wimpels aangeschaft van beyden syden verwapent myt Gelre ende Gulich en drie grote wimpelen van syden doick up verwapent myt Gelre ende Gulich van golde ende silver op kosten van de waldgraaf van het Rijkswoud. Voorts liet hertog Willem wimpels vervaardigen om de schepen te pavoiseren waarmee hij naar Engeland voer. Nijsten beschouwt dit vlagvertoon als een van de tekenen van een groeiproces naar territoriale identiteit. |
Het meest spectaculaire relict is ongetwijfeld de koperen vaen, bestemd voor de 'De Dikke Tinne', het slot te Hattem. Het is in 1990 teruggevonden. Nog redelijk herkenbaar is de beschildering met het hertogelijk wapen van Reinoud IV, hertog van Gulik en Gelre (1402-1423). Het vertoont de beide leeuwen, die nog altijd maar dan andersom in het wapen van Gelderland voorkomen.
|
Voor Gulik in goud een omgewende leeuw van sabel (zwart) en voor Gelre in azuur een dubbelstaartige leeuw van goud, gekroond van hetzelfde. De charter-meester aan het Rijkarchief in Gelderland, drs. M. van Driel, zag kans de makers van deze windvaan in de rekeningen op te sporen: Gelis de Koperslager en Evert Beeldemaker uit Arnhem. Nijsten kwam in het hertogelijk archief dergelijke windvanen tegen, vervaardigd voor de kastelen van Buren en Montfort en de Bruelpoirten van Geldern.
|
Tenslotte zij vermeld de banier van Gueldres, die als tweede, na Vlaanderen en voor Brabant, werd meegedragen in de uitvaartstoet van keizer Karel V op 29 december 1558 te Brussel. Deze banier vertoont in azuur een leeuw van goud.
Hiermee eindigt het vlagvertoon van de Gelderse graven en hertogen en gaan we na wat de Provincie Gelderland in dit opzicht vervolgens heeft gedaan in de loop van de 20ste eeuw... |
De Rijksarchivaris in Gelderland, jonkheer A.H. Martens van Sevenhoven geeft zijn visie hierop in zijn brief van 19 mei 1939 aan de griffier der Staten van Gelderland:
"Onder terugzending van den brief der gebroeders Faber te Amsterdam kan ik u mededelen, dat de Geldersche hertogen wimpels hebben gevoerd in de kleuren van het Geldersche Huis (blauw en goud), doch dat de Staten van Gelderland ten tijde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden de rood-wit-blauwe vlag voerden, die thans nog onze vlag is. Of het gewenscht is, naast dit aloude symbool van onze nationale eenheid een officieele provinciale vlag in te voeren, zou ik niet durven beoordeelen. Wil men echter bij feestelijke gelegenheden met speciaal Geldersche kleuren voor den dag komen, dan zijn het blauw en goud (of geel) der Geldersche hertogen wel de aangewezen kleuren." |
Officieus: een geel-blauwe vlag
Als in de jaren dertig van deze eeuw telkenmale door derden naar de Gelderse vlag wordt geïnformeerd, baseert het Provinciaal Bestuur van Gelderland zich bij de beantwoording steeds op het advies van de Rijksarchivaris in Gelderland. Bovenstaande brief van 19 mei 1939 vormt van dat advies de uiteindelijk schriftelijke bevestiging. Maar ook vóór genoemde datum hield men zich aan zijn eerder - mondeling gegeven - advies. Dit blijkt al uit de eerste uitgaande brief over deze aangelegenheid d.d. 31 maart 1936, die de Commissaris der Koningin aan de Bibliothecaris van het Instituut voor Scheep- en Luchtvaart te Rotterdam richtte: |
"In antwoord op uw brief d.d. d.d. 17 maart j.l. no 310 C.Tr. heb ik de eer u mede te deelen, dat een vlag van de Provincie Gelderland nimmer officieel is
vastgesteld. Officieus mag worden aangenomen dat zij bestaat uit twee liggende banen, boven geel, beneden blauw." De minuut waaraan deze tekst is ontleend, bevat een aantekening waaruit de betrokkenheid van de Rijksarchivaris blijkt: "De Afd. is tot nevenstaande brief gekomen na overleg met den Chartermeester, die met den Rijksarchivaris tot de conclusie kwam dat de blauw-gele vlag (de kleuren van de linkerhelft van het wapen) moet worden aangenomen. Sedertdien wordt aan derden, die naar de Gelderse vlag informeren, steevast deze geel-blauwe vlag als officieuze vlag voorgesteld. Echter, de boven aangehaalde brief van de Rijksarchivaris noemt dezelfde kleuren in omgekeerde volgorde. |
Misschien hield hij zich aan de heraldieke beschrijving van het wapen, die eerst het blauw van het schild en vervolgens het goud van de leeuw noemt. De volgorde geel-blauw kon de voorkeur krijgen op grond van het gebruik in de bannistiek als bovenste baan de kleur van de wapenfiguur en daaronder die van het schild aan te houden.
De brief van de Rijksarchivaris uit 1939 zal niet geschreven zijn met het oogmerk in de volgorde van de gebezigde kleuren verandering te brengen, maar in verband met een eventuele officiële vaststelling. De kern van de brief schuilt m.i. in de bedekte waarschuwing; "Of het gewenscht is, naast dit aloude symbool van onze nationale eenheid een officieele provinciale vlag in te voeren, zou ik niet durven beoordelen." Die boodschap lijkt wel degelijk te zijn overgekomen. Tot officiële vaststelling van een vlag komt het niet. |
Uit: Wapens, vlaggen en zegels van Nederland, door T. van der Laars. Amsterdam, 1913
Nationale eenheid
Achteraf bezien lijkt de oficiële vaststelling van het wapen bij Koninklijk Besluit van 10 oktober 1935 de stroom van verzoeken om inlichtingen over de vlag welhaast in gang gezet te hebben. In het betreffende dossier uit het archief der Provincie trof ik de aantekening d.d. 24 januari 1937: Het valt op dat de belangstelling voor de Gelderse vlag toeneemt. Zou het geen aanbeveling verdienen te bevorderen dat deze officieel wordt vastgesteld? Het was wel de eerste, maar zeker niet de laatste keer, dat op vaststelling werd aangedrongen. Onder de argumenten die tegen de officiële vaststelling van een Gelderse vlag gepleit hebben, is er één zeer tekenend voor de situatie waarin ons land destijds verkeerde, die van oorlogsdreiging en mobilisatie. Naar aanleiding van het verzoek van de directeur van gemeentewerken van Katwijk om inlichtingen over de Gelderse vlag lezen we in de marge: "Ben tegen invoeren van nieuwe provinciale vlaggen, nu juist nationale eenheid moet worden gedemonstreerd." De aantekening dateert van woensdag 17 april 1940, |
minder dan een maand voor de Duitse inval, die zoals bekend op 10 mei 1940 plaatsvond. De bedekte waarschuwing van Martens wordt hier als het ware op scherp gesteld. De Katwijkse directeur gemeentewerken kreeg het geijkte antwoord, niettegenstaande de opmerking van dezelfde hand: "Niemand zal uit het hijschen van een geel-blauwe vlag afleiden, dat de Geldersche vlag wappert. Zoo gewenscht, zou men het wapen op een vlag kunnen aanbrengen." Hier zien wij, juist door het uitblijven van een officiële vaststelling, de deur op een kier gezet voor een merkwaarwaardig insluipsel: het naar believen toevoegen van het officiële wapen der provincie. Over nationale eenheid gesproken: juist in de jaren voor de oorlog woedde er een strijd over de juiste kleurstelling van de Nederlandse vlag. Met de officiële vaststelling bij Koninklijk Besluit van 19 februari 1937 verstomde de discussie over rood-wit-blauw dan wel oranje-blanje-bleu dankzij genoemd besluit in het voordeel van de eerste kleurstelling. |
Een vlaggendéfilé
Na de oorlog blijven verzoeken om inlichtingen over de Gelderse vlag binnenkomen en krijgt men hetzelfde antwoord. Een aardig voorbeeld is de brief van de griffier van 16 juni 1947 in antwoord op het schrijven van 24 april 1947 van de Secretaris van de Nederlandsche Bond voor Lichamelijke Opvoeding, Valkenboschlaan 18, 's-Gravenhage. "Indien men bij een vlaggendéfilé, zoals u zich voorstelt bij gelegenheid van de Vierdaagse Afstands- marsen te organiseren, ook de provinciën vertegen-woordigd wil zien, zijn voor Gelderland het goud (of geel) en blauw der Gelderse hertogen de aangewezen kleuren. Bij een zodanige gelegenheid zou gebruik kunnen worden gemaakt van een Gelderse vlag, bestaande uit twee liggende banen, boven geel, beneden blauw." |
In de minuut van deze brief stond nog een alinea, die echter is geschrapt, luidend: "Wellicht verdient het aanbeveling, duidelijkheidshave, in de vlag een afbeelding op te nemen van het wapen der provincie Gelderland, indertijd officieel vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 10 oktober 1935, nr 45, hetwelk tot dat doel in afdruk hierbij wordt gevoegd." De uitgaande brief mocht kennelijk geen aanbeveling op dit punt bevatten en stelt kort en bondig: " Voor het geval u in de vlag wenst op te nemen een afbeelding van het Gelders wapen, voeg ik een afdruk daarvan hierbij." |
Commercie
Onder de briefschrijvers scharen zich na de oorlog opnieuw de gebroeders Faber te Amsterdam. Hun interesse in de Gelderse vlag blijkt geen liefhebberij te zijn, maar is van zakelijke aard. Zij waren vlaggenfabrikanten en zijn de enige niet. In het archief paraderen mee: Verkade's Vlaggenfabriek te Vlaardingen, K. van Kalsbeek te Den Oever en het Kunstatelier Paul Brand te Voorburg. Op een prijscourant van vlaggenfabrikant Ed. W. van Vliet te Groningen prijkt bij de vermelding van de Gelderse vlag de aantekening: "Hoe ziet deze vlag eruit?" |
Die zag er natuurlijk niet uit zoals het hoort, simpel omdat er op dat moment - we schrijven 1952 - nog altijd geen officiële vlag was vastgesteld. Alle vlaggenfabrikanten hadden voor de muziek uitgelopen met een officieuze vlag. Hun geel-blauwe vlaggen met of zonder provinciewapen konden de lappenmand in toen op 13 april 1953 een vlag met een andere kleurstelling, te weten: van boven naar beneden blauw, geel en zwart in drie liggende banen van gelijke hoogte, door Provinciale Staten van Gelderland officieel werd vastgesteld. |
Wederopbouw
De eerste informatie over deze Gelderse driekleur dateert van medio 1949, aangetroffen in een intern stuk in het betreffende dossier. Als de Zeeuwse afdeling van de Bond van Plattelandsvrouwen een Gelderse vlag te leen vraagt, dreigt de geel-blauwe vlag afgeschreven te worden. De kleurstelling blauw-geel-zwart wordt met kracht van argumenten bepleit in een ongesigneerd stuk in een onbekend handschrift. De schrijver is goed gedocumenteerd en heeft zelfs de Rijksarchivaris, mr. A.P. van Schilfgaarde, telefonisch geraadpleegd. Ook die geeft de voorkeur aan de kleuren blauw-geel-zwart. In zijn uitvoerige notitie verwijst onze onbekende banisticus naar Van der Laars. De afdeling reageert met een 'Nota', een gestructureerd overzicht met een serie aandoenlijk wapperende vlaggen in de bekende kleuren in verschillende volgorde met en zonder provinciewapen. De afdeling pleit ervoor dat een keuze wordt gemaakt tussen geel-blauw en blauw-geel-zwart. |
De tijd van de wederopbouw kent echter andere prioriteiten dan het officieel vaststellen van dit symbool, getuige de aantekening in de marge: "De vaststelling van een officiële Gelderse vlag lijkt mij thans geen zeer urgente zaak. Er staan belangrijker en dringender zaken op het programma. Wordt deze aangelegenheid te eniger tijd actueel, dan zullen de geproduceerde nota's over de zaak goede diensten kunnen bewijzen." Het incident lijkt daarmee gesloten, want de volgende briefschrijver krijgt het geijkte reactie voorgeschoteld: "In antwoord op Uw bovenvermeld schrijven deel ik U mede dat een vlag voor de provincie Gelderland nimmer officieel is vastgesteld. In de praktijk wordt tot dusverre wel gebruik gemaakt van een vlag, bestaande uit twee liggende banen, boven geel, beneden blauw, de kleuren der Gelderse hertogen." We mogen aannemen dat de Zeeuwse Plattelands-vrouwen dezelfde boodschap thuiskregen. |
Uw aanvankelijk plan
Een stuk van 14 mei 1952 met de opdruk 'Nota' en 'spoed' stelt de vlaggenkwestie opnieuw. Nu gaat het om het beschikbaar stellen van de provincievlag voor de tentoonstelling 'De geschiedenis der Staten-Generaal'. Besloten wordt de Rijksarchivaris met spoed te vragen welke kleuren hij prefereert, of hij een schriftelijke motivering voor zijn advies wil geven. Geïnspireerd door een inmiddels vier jaar oude circulaire inzake de samenstelling van provinciale vlaggen van het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt tevens besloten dit advies te laten beoordelen door de Hoge Raad van Adel. Om te voorkomen dat men straks met adviezen maar zónder vlag zit, wordt ten slotte besloten een bestaande Gelderse vlag, in het bezit van het Gemeentemuseum voor ƒ 60,- van de Gemeente Arnhem over te nemen en deze vlag tijdelijk ter beschikking te stellen aan de tentoonstelling. In de besluitvorming speelt het op afzienbare termijn gereedkomen van het nieuwe Huis der Provincie onmiskenbaar een hoofdrol. Het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland krijgt snel en uitgebreid antwoord van mr. A.P. van Schilfgaarde, de Rijksarchivaris in Gelderland. Was hij op deze vraag voorbereid? Alvorens hij aan genoemd plan zijn instemming betuigt, verklaart hij eerst de keuze voor de drie kleuren cf. Van der Laars. Hij vervolgt met een academisch overkomende argumentatie over twee andere benaderingen. Hoewel hij ze verwerpt, wil ik ze de lezer niet onthouden: |
De ene benadering was om de historische benaming Hertogdom Gelre en Graafschap Zutphen recht te doen, de andere om de kleuren van de Kwartieren van Nijmegen, Roermond, Zutphen en Arnhem in de vlag te vertegenwoordigen. Van Schilfgaarde stelt, dat de eerste benadering geen recht zou doen aan de overige delen waaruit Gelderland is samengesteld, en dat de tweede "tot artistiek ongewenste resultaten aanleiding geven" zou.
"Resumerend lijkt mij er dus alle aanleiding toe te bestaan, Uw aanvankelijk plan te laten doorgaan, en de vlag met de banen blauw-geel-zwart als Provinciale vlag aan te nemen. Het zou nog te overwegen zijn om in de officiële standaard van de Provincie de Hertogshoed-of-kroon te plaatsen, hetzij in het midden van de gele baan, hetzij aan de broekzijde (aan de stok) in de blauwe baan. Opvallend genoemd spreekt hij van "Uw aanvankelijk plan", waarmee hij het initiatief tot herziening van de kleurstelling in blauw-geel-zwart duidelijk voor rekening van het Provinciaal Bestuur laat komen. |
Overhaasting past niet
De Hoge Raad van Adel reageert 30 september 1952 positief, maar raadt het plaatsen van een hertogshoed of -kroon af: "Immers - nog afgezien van het gecompliceerd maken van de vlag - zou het opnemen van één dezer attributen in beginsel minder juist zijn, omdat deze geen wapenfiguren, doch schilddekking zijn." Daarmee was de weg geëffend en stond niets de officiële vaststelling van de blauw-geel-zwarte vlag meer in de weg. Maar nu betreedt de griffier mr. N. Hendrik Muller in persoon het strijdperk. Hij heeft Van Schilfgaarde al benaderd en laat de brief van de Hoge Raad van Adel aan hem doorzenden, alsmede een fotocopie van de hertogshoed op een vlagje, vervaardigd door Mej. S. (mej. M.A.N. Slob, thans mevrouw Kateman) naar het eerste ontwerp. In zijn griffiersmemorandum komt hij met een nieuw ontwerp: Gulikse smalle zwarte baan verticaal langs de stok; twee brede Gelderse banen (blauw en geel) horizontaal daarop; hertogshoed op het trefpunt van de drie banen (facultatief). Hij schrijft: "Indien deze keuze wordt gemaakt, zal wellicht nieuw advies van de Hoge Raad van Adel moeten worden gevraagd. Zaak wordt dan te laat voor a.s. Statenvergadering. Jammer, doch overhaasting past niet." |
In een postscriptum voegt hij toe: "Misschien kan Ir. Brouwer behulpzaam zijn bij het tekenen van nieuwe ontwerp. Hij heeft bijzondere interesse m.h.o. op vlaggen voor nieuw prov.huis."
Het antwoord van Van Schilfgaarde onthult wat Muller dwars zat: "Wat betreft het plaatsen der banen, zo doet inderdaad de zwarte baan in de onderste baan ietwat somber aan. Of de plaatsing van de zwarte baan aan de broekzijde het sombere beeld veranderen zou, durf ik niet te zeggen zonder een afbeelding, liefst op grotere schaal gezien te hebben." Over het ontraden van de plaatsing van een hertogshoed of -kroon is Van Schilfgaarde niet te spreken. Hij haalt voorbeelden aan van vlaggen waarvan zulke attributen wel deel uitmaken en stuurt zelfs het boek van O. Neubecker, Fahnen und Flaggen "te Uwer oriëntatie" mee. Het meest verrassend is dat Van Schilfgaarde nu zelf ook met een nieuw ontwerp komt: "Ik vraag mij af, of het op aesthetische gronden niet beter zou zijn zich te bepalen tot de Gelderse kleuren in 3 banen horizontaal: blauw-geel-blauw. Voor zover mij bekend is er geen andere vlag in die combinatie. De middenbaan vertegenwoordigt dan de gouden Gelderse leeuw in het blauwe veld van 2 banen." |
Waardig
Op 15 november 1952 vraagt de Rijksarchivaris per telefoon zijn advies aan te vullen. "Bij plechtigheid nieuwe provinciehuis op 14 Nov. j.l. heeft Rijksarchivaris de voorlopige prov. vlag (blauw-geel-zwart; in drie horizontale banen) kunnen waarnemen. Hij heeft tevens het oordeel van enkele andere toeschouwers gevraagd. Zijn (en het algemeen) oordeel luidde: zeer waardige vlag; niet te somber door het zwart; gemakkelijk herkenbaar door zijn eenvoud en weinig voorkomende kleurencombinatie. Rijksarchivaris wil daarom als zijn eind-conclusie stellen: a. getoonde vlag verdient de voorkeur; b. de hertogskroon ware facultatief te stellen (te voeren in het midden van de gele baan); in het Statenvoorstel t.z.t. mede te delen, dat G.S. zich voorstellen, deze kroon steeds te voeren in de door het prov. bestuur gebruikte vlaggen." Het standpunt van de Rijksarchivaris werkt als een ijkpunt wanneer de tekeningen van ir. Brouwer arriveren. Ir. Brouwer was één van de architecten betrokken bij de bouw van het nieuwe Huis der Provincie. |
Hij stelt naast het oorspronkelijk ontwerp A (van boven naar beneden: blauw, geel en zwart in drie liggende banen van gelijke hoogte), ter keuze een serie van vier nieuwe ontwerpen met als meest opvallende aspecten: herhaling van kleuren en wisseling van baanbreedtes; het is inmiddels 3 februari 1953. Muller schrijft in de marge zijn commentaar. Bij de keuze van Brouwer vindt hij het zwart nog sterker spreken, de afwisselende breedte van de banen is hem te onrustig en tot besluit:
"Is A niet waardiger?" We zijn weer bij het oorspronkelijk ontwerp: blauw-geel-zwart. En dat wordt het ook. Over een hertogshoed of - kroon is een conceptbrief aan de Hoge Raad van Adel in het archief aangetroffen, maar of die is verzonden? Een antwoord ontbreekt in ieder geval. De vlag was wellicht waardig genoeg. Nawoord D.J.G. Buurman, destijds werkzaam bij de Provincie Gelderland, blijkt de auteur van het anonieme advies. Hij verwierf naderhand grote verdienste als direceur van de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen.
|
Geraadpleegde literatuur
T. van der Laars, Wapens, vlaggen en zegels van Nederland. Geschiedkundige bijdrage omtrent wapens van Nederland en zijne provinciën, van het Koninklijk Huis, enz. (Amsterdam, 1913, 69-70)
Der Name der Freiheit, 1288-1988. Aspekte Kölner Geschichte von Wörringen bis heute. Handbuch zur Ausstellung des Kölnischen Stadtmuseums in der Josef-Haubrich-Kunsthalle Köln; (Köln, 1988), 174, 187, 199. |
G. Nijsten, Het Hof van Gelre. Cultuur ten tijde van de hertogen uit het Gulikse en Egmondse huis (1371-1473). (Kampen, 1992), 133, 151, 188, 195-196.
R.S. Hulst, 'Reinouds vaan te Hattem', in Castellogica III (1991), 251-257. P.J.W. Beltjes, 'Het wapen van de souvereine provincie Gelderland en zijn voorgeschiedenis', in Bijdragen en Mededelingen Gelre, 66 (1972), 39-92. |