- Nieuws
- Welkom
- Het Woud
-
Ambachten
- Alchemist
- Ambachtelijk St. Thomas Gilde >
- Bandweven >
- Bier brouwen
- Bode >
- Bontwerker >
- Boog maken
- Borduurwerk >
- Bourrelet maken
- Breien >
- Couvre-chef maken
- Drievingerwant
- Geneeskruiden
- Hoeden maken >
- Hout bewerken >
- Juwelier >
- Kaartweven
- Koperslager >
- Lantaarnmaker
- Leerwerk >
- losse mouwen
- Maliënmaker
- Mandenmaker
- Marktkooplui
- Ondergoed
- Pottenbakker >
- Riemensnijder
- Schilder
- Schoenmaker >
- Schrijver
- Tekenaar met zilverstift
- Tenten maken
- Torenblazer
- Trippenmaker
- Tuigenmaker >
- Wapensmid >
- Weven
- Wol verven
- Ark van Noach
-
Erfgoedbreed
- Aaltense Goor
- Achterhoekse vlag
- Buitenmuseum Lochem
- Cruydthof Ammersoyen
- Emilie und Hans Stratmans Stiftung
- Ere wie ere toekomt
- Heggenvlechters
- Heroïsche heilige
- Icoonlandschap 4
- Klooster Sibculo
- Kracht van kronieken
- Kroonluchter top 100
- Kruidentuin Stein
- Middeleeuwen in scherven
- Nijenbeek kasteelruïne
- Paradijstuin
- Roots of the Queen
- Stad Staverden
- De Hoge Berg, Texel
- De rode ridder
- De eenhoorn achterna
- Wapentableau
- Erepodium Maelwael
- Evenementenarchief
- Gouda 750 jaar Stad
- Getijdenboek
- Hertog Willem
- Historie van Gelre
-
Maelwael Lymborch
- Beeldtaal
- Crécy 1346
- Cryptisch schrift >
- Driekoningen
- Gebarentaal
- Gebr.van Lymborch
- Grassi's schetsboek
- Gulzigheid
- Handschoenen
- Hernoemd tot Van Lymborch
- Kindermoord
- Koudste maand
- Maand van Mars
- 1 Mei - lenterit
- Muzikaal onthaal
- Nieuwjaarsdag
- Nijmegen ca. 1400
- Paard en mens
- Pelgrimskruik
- Profiel-portretten
- Sergent d'armes.
- sprekende kleuren
- Steenbok
- toernooischild
- Valkenjacht vlnr
- Veelzijdige paarden
- Wanten
-
Maria van Gelre
- Jaarboek Kostuum 2019
- Biografie Marie d'Harcourt
- Ceintuur geborduurd
- Bruidsschat op de pof
- Eelt op je knieën
- Eerste Kerstdag
- Engelen bij Maria
- Gebedenboek Maria van Gelre
- Hand van de meester
- Hermelijn
- Hofmakerij in Gelre
- Hortus conclusus
- Houppelande
- Houppelande ontleed
- Imitatio Mariae
- Mariabeeld Renkum >
- Maria van Gelre on tour >
- Maria van Gelre's ceintuur
- Maria van Gelre's kerkschat
- Maria van Gelre's gordel
- Onder de loep nemen
- Paard en tuig
- Parel symboliek
- Pluim op je hoed
- Reinald IV
- Riem onder het hart
- Rozet van parels
- Ten voeten uit
- Zo blank als sneeuw
- Media
-
Onderzoek
- bellenville ook gelders
- Charles d'Orléans >
- DNA & eiwit research
- DNA / eiwit research 2
- Donor onbekend
- Elburg ideaalstad
- Festina lente
- Gouden zegel Karel IV
- Handgebaar
- Het Middeleeuwse Banket
- honi soit qui mal y pense
- In amazonezit
- Kroniek van Froissart
- Laudate
- Maria van Brabant
- Meisje met de parel
- Herder met hoorn
- Midwinterhoorn
- Sint Nicolaas
- Stekeligheden
- Vlindermadonna van dichtbij
- Vorstelijke bontmuts
- Vroom keramiek
- Wat een kers niet vermag
- Personages
- Projecten 2005-22
-
Publicaties
- Catalogus 'Ik, Maria van Gelre'
- Edelman Bedelman
- De gebroeders Van Limburg
- Guillaume Machaut
- Grondleggers schilderkunst
- De hand van de meester
- Jaarboek 2023
- Jaarboek Gelre CXI
- Kastelen in Gelderland
- Maelwael Van Lymborch
- The making of... Magazine 600
- Maria van Gelre 1380-1429
- Middeleeuws koken >
- Negen Besten
- Op reis en aan tafel met Katherina van Kleef 1417
- Stoute schoenen
- Het verleden op je bord
- Het Woud der Verwachting
- Ridders van Gelre >
- Symbolen van Gelre
- Valkenjacht
- Voor het noenmaal..
- Donateur worden
- Contact
- Nieuwsbrief
Hortus conclusus
Tuinen bij de Gebroeders van Limburg en bij Maria van Gelre
De bron van de hortus conclusus vinden we in het Hooglied van Salomo:
“Hortus conclusus soror mea, sponsa, hortus conclusus, fons signatus“
“Hortus conclusus soror mea, sponsa, hortus conclusus, fons signatus“
"Een omsloten tuin ben jij mijn zoetelief en bruid, een omsloten tuin, een verzegelde fontein."
De hortus conclusus is een zinnebeeld voor de Maagd Maria in de poëzie en de kunst, zowel in de Middeleeuwen als in de Renaissance, ontluikend tot het symbool voor de liefde in het algemeen.
De Latijnse tekst is ontleend aan de Vulgata Clementina, Canticum Canticorum Salomonis 4: 12.
De hortus conclusus is een zinnebeeld voor de Maagd Maria in de poëzie en de kunst, zowel in de Middeleeuwen als in de Renaissance, ontluikend tot het symbool voor de liefde in het algemeen.
De Latijnse tekst is ontleend aan de Vulgata Clementina, Canticum Canticorum Salomonis 4: 12.
April in de Très Riches Heures
De verlovingsscène omvat van links naar rechts: vader Bernard graaf d'Armagnac; verloofde Charles hertog d'Orléans; moeder Bonne de Berry en haar dochter Bonne d'Armagnac. Ze zouden op 15 augustus 1410 in het huwelijk treden, maar Charles moest in alle haast geld en bondgenoten verzamelen om tegen de Bourgondiërs te kunnen strijden. Hun verloving staat op het aprilblad in de Très Riches Heures, het getijdenboek dat de Gebroeders Van Lymborch voor Jean de Berry, grootvader van de bruid, maakten. Op de achtergrond links staat een dienaar terwijl rechts twee hofdames bloemen plukken; hun rol beklemtoont de intimiteit van deze gebeurtenis waarbij zij wel aanwezig zijn, maar niet bij betrokken worden. De achterste draagt net zo'n hoofdtooi - een bourrelet - als Maria van Gelre in haar Gebedenboek. Op het aprilblad is - hoe betekenisvol - een omsloten tuin afgebeeld, bijna in de marge rechts van de zogeheten verlovingsscène. Het symbool van de hortus conclusus wordt versterkt door de maagdelijk witte bloemen. als teken van zuiverheid. De witte muur om de tuin wordt gedomineerd door de toren die het zicht op de rest beneemt. De vorm van de tuin komt ons perspectivisch vreemd voor. Dit onnatuurlijke perspectief is niet per se onbeholpen, maar is met opzet zo gemaakt om een boodschap over te brengen.
Door de de beschouwer een blik achter de muren te gunnen, kan men de witte bloemen zien, waarschijnlijk witte rozen van de egelantier. Het perspectief dat bevreemding wekt, blijkt nog een boodschap te bevatten. De dichtstbijzijnde tuinmuur vormt samen met de knielende dames rechts en de dienaar en de bomenrij links perspectivisch gezien een driehoek, om het intieme moment van de verloving met de handen en de ringen (?) als middelpunt te omsluiten. |
Kleding van Bonne en Maria
Bij de verloving van Charles d'Orléans en Bonne d'Armagnac op het aprilblad in Les Très Riches Heures is een frappante overeenkomst gevonden met de bekende miniatuur van Marie d'Harcourt / Maria van Gelre. Bonne d’Armagnac staat gespiegeld in bijna dezelfde houding als Maria van Gelre, eveneens in hemelsblauw en als aanstaande bruid. Bij Bonne komt het loshangend haar prachtig in beeld. Maar het patroon van haar gewaad met de aangezette schijnmouwen – de zogenaamde lurven – is absoluut anders dan van Maria van Gelre. Bonne zou in 1410 ruim 11 jaar zijn, maar Saint-Jean Bourdin bewees via bronnenonderzoek in zijn Analyses des "Très Riches Heures" in 1982 dat zij 15 jaar oud was. Marie d'Harcourt trouwde toen ze al 25 was. Dat verklaart het losse haar bij Bonne, dat bij Marie ontbreekt. Bonne's rode bloedkoralen ketting zal in dit geval verwijzen naar vruchtbaarheid, heel begrijpelijk. Al zijn bij Bonne zowel het gewaad als haar sleep al opvallend lang, bij Maria van Gelre is alles XXL. Maria steekt haar armen uit mouwen die 2.70 m. lang zijn en op haar sleep liggen. Dames in zulke houppelandes konden uitsluitend te paard afstanden overbruggen en waren te voet puur afhankelijk van slippendraagsters. |
Hortus conclusus bij het Louvre in Parijs
Op het juniblad in het Getijdenboek Les Très Riches Heures, dat de Gebroeders van Limburg illumineerden voor Jean de France, duc de Berry, bevindt zich nog een omsloten tuin, de hortus conclusus waarvan we alleen enkele opmerkelijke elementen boven de muren zien uitsteken. In dit geval is dankzij het houtwerk een loofgang in beeld, begroeid door twijgen die meegebogen zijn met het raamwerk waardoor de twijgen als een natuurlijke zonwering het pad beschaduwen dat daar onderdoor loopt. Zo konden de dames, die hun huid niet wilden blootstellen aan de zon, een lichte huid behouden, in tegenstelling tot boerenvrouwen die noodgedwongen in de zon werkten en daardoor bruin werden. |
De groene bedstee of berceau, zoals de loofgang in het Frans heette, had in de 19de eeuw nog niet aan populariteit ingeboet. In de catalogi van tuin- en landschapsarchitecten begin 19de eeuw is deze nog aangetroffen. In de behouden tuinen en parken bij kastelen en landhuizen uit die periode zijn ze soms bewaard gebleven, hoeveel onderhoud zo'n loofgang ook blijkt te vergen.
Zo is op het landgoed van het voormalige klooster Mariënborn bij Arnhem nog een werkelijk grootse berceau-aanleg te vinden. Op De Wildenborch, een historische buitenplaats halfweg Vorden / Lochem, houdt de familie Staring sinds het eind van de 18de eeuw zo'n loofgang respectvol in stand, achter het landhuis dat een middeleeuwse kern herbergt. |
De Hof van Eden ofwel "Het Paradijs" Van al hun tuinen is wellicht de Hof van Eden van de Gebroeders van Limburg de meest spectaculaire. Het is middenin het water gesitueerd, afkomstig van vier paradijselijke stromen. In Genesis 2 worden deze vier rivieren met name genoemd, waarvan er twee bekend zijn. De Statenvertaling noemt de Frath en de Hiddekel, waarmee de Eufraat en de Tigris bedoeld worden. De andere twee rivieren, de Pison en de Gihon, zijn onbekend. Via satellietfotografie, geologisch en bodemonderzoek beschikt men sinds kort over aanwijzingen waar de Pison, de verdwenen derde Paradijsrivier, heeft gestroomd. Daardoor denkt men te weten waar de auteurs van dit bijbelverhaal deze legendarische plek ongeveer hebben gesitueerd. |
De overeenkomst tussen het gedrag van rivieren in een delta als van de Eufraat en Tigris en dat van de rivieren Maas en Rijn, die in de Middeleeuwen nog niet getemd waren, lijkt aardig groot te zijn.
De Gebroeders van Limburg konden hun verbeelding van het Paradijs enerzijds baseren op de schaarse aanwijzingen in het boek Genesis. Anderzijds op hun waarnemingen in het nog nauwelijks door kribben en strekdammen beheerste rivierengebied bij Nijmegen, of wellicht in de omgeving van Parijs en Bourges. Het Paradijs werd een eiland zoals er meer waren. Het verhaal van Adam en Eva wordt in één afbeelding in stripvorm naverteld. De schepping van de mens, de verleiding van de vrouw door de slang en van de man door de vrouw, om te eten van de boom van kennis van goed en kwaad, gevolgd door hun verdrijving. |
Maria van Gelre / Marie d'Harcourt in hortus conclusus met witte rozen
De overeenkomst tussen Maria van Gelre, geboren Marie d'Harcourt, en Bonne d'Armagnac op het aprilblad in de kalender van het Getijdenboek Les Très Riches Heures is verbluffend. De één spiegelt de houding van de ander. Ook de stofuitdrukking van hun blauwe gewaden frappeert ons. Deze miniatuur hoort thuis in het rijtje met tuinen van de Gebroeders van Limburg. Hoewel deze hortus conclusus naar de kijker geopend is, bevat die een bouwkundig raadsel, nl. zes- of achthoekig? De cirkels in het rode decor lijken wel vensters in een muur; de apsis van de Sint Maartenskapel/Barbarossaruïne te Nijmegen telt drie van dergelijke ronde openingen. De groeiwijze van de witte bloemen maakt ze wellicht tot witte rozen van de egelantier, Mariabloem bij uitstek. Zowel de twee engeltjes als de houppelande van Maria zijn zeldzaam verfijnd geschilderd. God de Vader, in de blauwe hemelkoepel gepenseeld in wit en de Heilige Geest die als duif neerdaalt, zijn beide perfect van eenvoud. De vijfbladige witte bloem (roos of mispelbloem) die op Maria's hoofdtooi, de bourrelet, als stipwerk aangebracht lijkt, kan uit parels bestaan! De witte roos is een bekend symbool voor Maria net als de kleur blauw. Wat zegt ons dit allemaal? Is dit een Imitatio Mariae, nabootsing van de annunciatie? Dat kan kloppen als de miniatuur ± 1405 is ontstaan. |