- Nieuws
- Welkom
- Het Woud
- Agenda 2024
-
Ambachten
- Alchemist
- Ambachtelijk St. Thomas Gilde >
- Bandweven >
- Bier brouwen
- Bode >
- Bontwerker >
- Boog maken
- Borduurwerk >
- Bourrelet maken
- Breien >
- Couvre-chef maken
- Drievingerwant
- Geneeskruiden
- Hoeden maken >
- Hout bewerken >
- Juwelier >
- Kaartweven
- Koperslager >
- Lantaarnmaker
- Leerwerk >
- losse mouwen
- Maliënmaker
- Mandenmaker
- Marktkooplui
- Ondergoed
- Pottenbakker >
- Riemensnijder
- Schoenmaker >
- Schrijver
- Tekenaar met zilverstift
- Tenten maken
- Torenblazer
- Trippenmaker
- Tuigenmaker >
- Wapensmid >
- Weven
- Wol verven
- Ark van Noach
-
Erfgoedbreed
- Aaltense Goor
- Achterhoekse vlag
- Buitenmuseum Lochem
- Cruydthof Ammersoyen
- Emilie und Hans Stratmans Stiftung
- Ere wie ere toekomt
- Heggenvlechters
- Heroïsche heilige
- Icoonlandschap 4
- Klooster Sibculo
- Kracht van kronieken
- Kroonluchter top 100
- Kruidentuin Stein
- Middeleeuwen in scherven
- Nijenbeek kasteelruïne
- Paradijstuin
- Roots of the Queen
- Stad Staverden
- De Hoge Berg, Texel
- De rode ridder
- De eenhoorn achterna
- Wapentableau
- Erepodium Maelwael
- Evenementenarchief
- Gouda 750 jaar Stad
- Getijdenboek
- Hertog Willem
- Historie van Gelre
-
Maelwael Lymborch
- Beeldtaal
- Crécy 1346
- Cryptisch schrift >
- Driekoningen
- Gebarentaal
- Gebr.van Lymborch
- Grassi's schetsboek
- Gulzigheid
- Handschoenen
- Hernoemd tot Van Lymborch
- Kindermoord
- Koudste maand
- Maand van Mars
- 1 Mei - lenterit
- Muzikaal onthaal
- Nieuwjaarsdag
- Nijmegen ca. 1400
- Paard en mens
- Pelgrimskruik
- Profiel-portretten
- Sergent d'armes.
- sprekende kleuren
- Steenbok
- toernooischild
- Valkenjacht vlnr
- Veelzijdige paarden
- Wanten
-
Maria van Gelre
- Jaarboek Kostuum 2019
- Biografie Marie d'Harcourt
- Ceintuur geborduurd
- Bruidsschat op de pof
- Eelt op je knieën
- Eerste Kerstdag
- Engelen bij Maria
- Gebedenboek Maria van Gelre
- Hand van de meester
- Hermelijn
- Hofmakerij in Gelre
- Hortus conclusus
- Houppelande
- Houppelande ontleed
- Imitatio Mariae
- Mariabeeld Renkum >
- Maria van Gelre on tour >
- Maria van Gelre's ceintuur
- Maria van Gelre's kerkschat
- Maria van Gelre's gordel
- Onder de loep nemen
- Paard en tuig
- Parel symboliek
- Pluim op je hoed
- Reinald IV
- Riem onder het hart
- Rozet van parels
- Ten voeten uit
- Zo blank als sneeuw
- Media
-
Onderzoek
- bellenville ook gelders
- Charles d'Orléans >
- DNA & eiwit research
- DNA / eiwit research 2
- Donor onbekend
- Elburg ideaalstad
- Festina lente
- Gouden zegel Karel IV
- Handgebaar
- Het Middeleeuwse Banket
- honi soit qui mal y pense
- In amazonezit
- Kroniek van Froissart
- Laudate
- Maria van Brabant
- Meisje met de parel
- Herder met hoorn
- Midwinterhoorn
- Sint Nicolaas
- Stekeligheden
- Vlindermadonna van dichtbij
- Vorstelijke bontmuts
- Vroom keramiek
- Wat een kers niet vermag
- Personages
- Projecten 2005-22
-
Publicaties
- Catalogus 'Ik, Maria van Gelre'
- Edelman Bedelman
- De gebroeders Van Limburg
- Guillaume Machaut
- Grondleggers schilderkunst
- De hand van de meester
- Jaarboek 2023
- Jaarboek Gelre CXI
- Kastelen in Gelderland
- Maelwael Van Lymborch
- The making of... Magazine 600
- Maria van Gelre 1380-1429
- Middeleeuws koken >
- Negen Besten
- Op reis en aan tafel met Katherina van Kleef 1417
- Stoute schoenen
- Het verleden op je bord
- Het Woud der Verwachting
- Ridders van Gelre >
- Symbolen van Gelre
- Valkenjacht
- Voor het noenmaal..
- Donateur worden
- Contact
- Nieuwsbrief
Achterhoekse vlag
Ons cultuurlandschap met schuinkruis of maalteken (h)echt verbonden
Ontwerper Paul Heutinck is door het coulisselandschap geïnspirereerd
De Marke heeft zijn sporen nagelaten
Zonder daar erg in te hebben, heeft de ontwerper zich bediend van het maalteken dat hechte banden heeft met dit cultuurlandschap. Rond 1100 gaf de landsheer (graaf of bisschop) aan pioniers verlof om oerbossen te kappen, de afwatering van de natte, drasse gebieden ter hand te nemen en boerderijen te bouwen rond de hogere enken. Zo ontstonden markegenootschappen. Achterhoek door boeren vormgegeven In de 12de - 13de eeuw nam het aantal marken in de Achterhoek toe. De ene ontginning volgde na de ander. Men markeerde de grensbomen met een kruis, het maalteken dat betekende: Laat deze boom staan. De overige stammen kapte men om de vrijkomende hogere gronden in cultuur te kunnen brengen met de kouter (= ploegijzer). De stammen dienden voor de constructie van de boerderijen, die steevast bestonden uit spanten: staanders, liggers en schoren. Tot op de huidige dag is dit beproefde systeem lokaal nog zicht- baar en wordt soms weer toegepast. Op de enk lagen akkers, langs de beken het hooiland. Zo ontstond het esdorpenlandschap met hoevenzwermen. Markeboeren vormden met elkaar een gemeenschap, vonden het normaal samen te werken bij het ploegen, eggen, zaaien, maaien en oogsten op de gemene enk. In de voormalige gemeente Gorssel kende men wel elf marken, waar de naam van de historische vereniging 'De Elf Marken' aan herinnert. Op het niveau van de naoberschap deelde men ook lief en leed met elkaar. |
Om elkaar te bereiken, zelfs als het nacht was, zette men een hoorn aan de mond en blies de afgesproken signalen. Meestal gebruikte men dierhoorns en liet via een afwisselend lang-kort-kort-lang en alle mogelijke variaties daarop, weten wat er aan de hand was.
Dat hier eerder oerbossen waren die gerooid werden voordat het ploegijzer de grond in ging om die te kunnen bewerken, blijkt wel uit de vele bosnamen die in de plaatsnamen voortleven. Het woorddeel LO bijvoorbeeld is zo'n bosnaam dat behouden bleef in Ruurlo, Borculo, Haarlo, Groenlo, Hengelo, IJzerlo en Dinxperlo. In het toevoegsel LO leeft de proto-germaanse naam voor loofbos = lauhaz voort. Bij Epse en Exel verdween het toevoegsel LO maar bleven de esp (= ratelpopulier) en de eik staan. In de plaatsnaam Steenderen zit nog het woord rade of rode dat ontginning betekent, net als in het eerste deel van de plaatsnaam Ruurlo (= Roderlo). Bij de plaatsnaam Bronkhorst blijkt horst hakhout te betekenen en in de plaatsnaam Almen leeft een boom voort die afgeleid is van alm (= iep of olm). Borculo laat zich eenvoudigweg in berkenbos vertalen. Overigens bleek recent dat Gorssel nog te herleiden is tot een bosnaam gelet op de laatste lettergreep en wat gors betreft schuilt hierin goarse wat gaspeldoorn betekent. Dan is er nog Laren, een plaatsnaam die afgeleid is van hlæri, wat nat bos betekent. Bomen zat om te kappen. Zo verdwenen overal de oerbossen, waaronder Berlewalde dat volgens 13de-eeuwse bronnen in het hart van de Achterhoek lag. |
Historie van méér dan 800 jaar gemarkeerd
De Marke zal als organisatie ca. 1200 zijn ontstaan en was bedoeld om woeste gronden in cultuur te brengen. Lid waren de markeboeren die voor de verbouw van landbouwgewassen plaggen gingen steken in het veld en die vermengd met de mest uit de zogeheten potstal op de akker brengen. Daar verbouwde men boekweit, vlas, granen, knollen en in de 19de eeuw aardappelen. Dit systeem bevredigde op den duur niet meer, omdat de markeboeren een onevenredig deel van het vrije veld claimden, zowel voor het plaggen steken als voor houtwinning, beweiding door hun schapen etc. In de 19de eeuw ging het systeem op de schop en zijn de marken ontbonden. Zulk bodemgebruik was eigen aan de zandgronden in het Saksische gebied met name in Drenthe, Overijssel, Gelderland ten noorden van de Rijn (excl.de Liemers), het oostelijk deel van Utrecht en in het Gooi. Op de Veluwe heette de marke een maalschap, Putten had er tien. Het markesysteem had gevolgen voor de gemeenschap en voor de natuur. |
De waarde van dit landschap werd al tientallen jaren geleden door deskundigen beschreven en onderkend. Het heeft ook weinig gescheeld of via het rijksbeleid hadden bepaalde delen in deze streken de status van landschapsreservaat gekregen. Maar door toedoen van een andere, funeste koers, uitgestippeld door politieke tegenkrachten ging dit helaas niet door. Wel
blijft het feit dat het regionaal zelfbewustzijn, mede door de boerenrockgroep NORMAAL gestimuleerd, zich verder heeft kunnen ontwikkelen. Nu profileert de Achterhoek zich met de vlag. Daarbij bood de Zwarte Cross kennelijk een effectief podium. Vanuit een bottom up beweging gestart door Pak-An, Zwarte Cross en Grolsch ontstonden 475 ontwerpen. Via een publieke stemming waar pakweg 380.000 mensen aan meededen, kwam een top-tien selectie tot stand. Het ontwerp van Paul Heutinck werd nr 1. De goede ontvangst van de Achterhoekse vlag toont aan dat de bevolking dit ontwerp wel kan waarderen. Inmiddels verschijnt de vlag ook op allerlei producten zoals stickers, bekers, sokken, mutsen en petten. |
Schuinkruis toegepast als stiepelteken
Sinds ± 14de eeuw verschenen in Oostnederland en Westfalen boerderijen van het zogeheten hallehuis-type inclusief een stiepel. In de Achterhoek vaak de middelaar genoemd, elders baanderboom. Deze stond in de dorpel van de deel, in de streektaal zul geheten, en eindigde boven in de gebintbalk. Deze uitneembare middenstijl kreeg aan de buitenzijde in het midden een stiepelteken in de vorm van een schuinkruis, destijds aanvankelijk gestoken met een mes of een guts. ±1800 ging men dit voor het eerst schilderen als zandloper. Onderzoek en verspreiding van stiepeltekens Naar dit verschijnsel is onderzoek gedaan door Jan Jans en zijn zoon dr. Everhard Jans, gepubliceerd in Gevel- en Stiepeltekens in Oost-Nederland (1975). Het boek bevat tekeningen uit Drenthe, Overijssel. Gelderse Achterhoek en een deel van Munsterland. Al 14 jaar is Jan ten Holt met vervolgonderzoek bezig met als doel de datering en de verschijningsvorm in het hele verspreidingsgebied zo nauwkeurig mogelijk vast te leggen en uiteindelijk te publiceren. Het valt op dat de kleurstelling van regio tot regio kan verschillen. |
Herkomst van het schuinkruis Over de herkomst doen uiteenlopende verklaringen de ronde. De minst waarschijnlijke is wellicht de link naar het Andreaskruis. De apostel Andreas is op een schuinkruis gekruisigd. In de Achterhoek is niet één kerk aan hem gewijd. In de Pieterskerk te Utrecht, die als deel van het fameuze kerkenkruis in opdracht van bisschop Bernold is gebouwd, herinnerde ooit een muurschildering aan dit plan. Bernold was afgebeeld met Petrus als eerste bisschop van Rome en Andreas als eerste bisschop van Byzantium. |
Gevel- en Stiepeltekens in Oost-Nederland (1975), Jan Jans / Everhard Jans
Stiepel van het los hoes De Stroet uit Harreveld, nu in het Openluchtmuseum te Arnhem. Maalkruis, onder en boven afgesloten door twee horizontale groeven. 18de-eeuws. Getekend in 1955. Met dank aan A.Jans.
|
Stiepelteken uit Gelselaar (destijds gemeente Borculo, nu gemeente Berkelland). Zandlopermotief in de traditionele uitvoering en techniek. 19de-eeuws. Getekend in 1955. Met dank aan A.Jans (Lochem).
|
Everhard Jans schreef het genoemde boek waarvoor zijn vader Jan Jans tekeningen vervaardigde. Feitelijk is het omgekeerd. Al tekenend creëerde Jan Jans een een omvangrijke documentatie van Oost-Nederlandse geveltoptekens en stiepeltekens. Bij zijn dood in 1963 waren dat 350 geveltoptekens en 50 stiepeltekens.
Tien jaar later had zijn oudste zoon Everhard er een boek van gemaakt. In 1975 verscheen de vierde druk. Nu is het uitsluitend antiquarisch nog verkrijgbaar. In totaal zijn er 313 tekeningen in dit boek gepubliceerd. |
Bij de ornamentiek op de stiepel blijken zandloper en maalkruis inwisselbaar, het maalkruis is ouder dan de zandloper. Op blz. 113 van het boek is als oudste het maalkruis uit het Rijksmuseum te Enschede te zien dat uit 1637 dateert. Op de stiepel van het erve Olde Geerts te Brecklenkamp staat een zandloper uit 1660.
Voor herleiding naar een onheils- of een geluksteken steunen we enkel op vermoedens. De waardering van het streekeigene is er niet minder om, althans bij ware liefhebbers. Dat blijkt uit het draagvlak voor de vlag. |
Beeldtaal is klaarblijkelijk van alle tijden, eeuwenoud en actueel tot in 2020
Hendrik Willem Heuvel schrijft in zijn meesterwerk Oud-Achterhoeksch Boerenleven (5de druk,1965,
blz. 434): In zoo'n stiepel, door ons middeler of middeldure genoemd, ziet men hier steeds een figuurtje uitgesneden, dat veel overenkomst heeft met een zandlooper. Dit "runenschrift" werd zeker ook afwerende kracht toegekend. Jan ten Holt, expert in Scandinavische talen en runen-schrift, meldt dat het hier gaat om de eerste letter van gebo, dat gave of gift betekent. Ook wel te verstaan als godsgeschenk. Niettemin heeft het in ons dagelijks leven een alarmerende betekenis: Plekken waar men niet mag parkeren zijn voorzien van een schuinkruis. Rood-wit-geblokte kruisen bij spoorwegovergangen, het matrixbord boven de snelweg met een rood kruis, huishoudmiddelen die risico's met zich meebrengen, alles krijgt een waarschuwing mee via het maalteken. Een teken dat afweert, beveiligt ook, zegt Jan ten Holt. |
De website metseltekens geeft veel extra informatie over het maalteken en zijn symbolische achtergrond.
|
De negatieve beeldvorming zette het Runenschrift in het verdomhoekje
Gevel- en stiepeltekens in Oost-Nederland dat in 1973 verscheen, staat stil bij de negatieve beeldvorming in relatie tot de verklaring van bepaalde elementen in de ornamentiek, in het bijzonder bij mogelijke relaties met het runen-schrift. Everhard Jans windt er geen doekjes om dat de ideologen van de nazi-beweging de volkscultuur hebben misbruikt en voor hun karretje gespannen. Dat maakte onderzoek en actie tot behoud van het streekeigene in de ogen van derden verdacht. Immers verwijzen naar mogelijk voorchristelijke lees Saksische e/o Germaanse oorsprong kon niet op bijval rekenen. Jan en Everhard Jans trokken zich van zulke verdachtmakingen niets aan. Dankzij hun volharding ontstond een uitnemende publicatie voor velen. |
Wel wordt het onderzoek doorgaans aan liefhebbers overgelaten. J.W. Scholtz te Winterswijk is zo'n gepassioneerd onderzoeker. Hij documenteerde met Martin Lurvink de regio en publiceerde de resultaten
in: 't Heurt bi'j 't Hoes (1981), dat nog een vervolg kreeg in Boerderijen kijken in Winterswijk (1983). |
Ieder huisje heeft z'n kruisje
In overdrachtelijke zin betekent deze uitdrukking dat iedereen wel iets naars kan overkomen, Merkwaardig eigenlijk dat het stiepelteken mensen tegen onheil zou beschermen en dus geluk brengen, terwijl die spreuk het tegendeel claimt: geen huis blijft onheil bespaard. Muurankers laat-middeleeuws In de Late Middeleeuwen begon men muurankers toe te passen bij de constructie van gebouwen. Daarmee koppelde men de stenen wanden aan houten balken. Zo zorgden zij voor stabiliteit. Via de veer werden ze aan de balk bevestigd, te beginnen bij de tweede balk. De oudste muurankers dateren uit de 13e eeuw. Vanaf circa 1550 werden steeds meer muurankers gebruikt en heel vaak met de beitel voorzien van (maal)tekens. |
Groot is de verbazing als blijkt dat er ook muurankers bestaan waarop géén kruisen zijn afgebeeld maar één enkele schuinstreep. Smid Harm Struik, die nieuwe muurankers mocht smeden bij de restauratie van het huis van Willem van Oranje in Dordrecht, verklaarde dat men muurankers met kruisen vond bij huizen van rooms-katholieken en met schuinstreep op huizen van calvinisten. Volgens hem hoefden de muurankers voor de Prins van Oranje daarom geen kruis te dragen en smeedde hij nieuwe met schuinstrepen. Dat is kras.
|