Kannen en kommen, bronzen grape, waterbekken en aquamanile
Alles heeft zijn functie, ook de servetten, de lepels en het tafellinnen. Vóór de maaltijd begint worden de handen gewassen, gaat de bediening rond met het waterbekken, vloeit er fris water uit de aquamanile met geurige rozenblaadjes en kruiden. Men droogt men de handen met zuiver linnen. Ook tafelmanieren zijn hoofs, dat wil zeggen geen onbetamelijke geluiden en veel aandacht voor de disgenoten, want samen tafelen houdt tevens in dat men elkaar spreekt.